Table of Contents
Er is 24 uur zorg aanwezig (referentieverpleegkundige palliatieve zorg opleiding). De wensen die u heeft om samen met uw familie en sociale kring samen te zijn, worden zoveel mogelijk ingewilligd
Auteur: Sander de Hosson 24.09.2021 Rond het stervensproces kunnen zorgverleners veel doen om het lijden te verlichten en de kwaliteit van het leven of sterven te verbeteren. Omdat er vaak veel verwarring is over de verschillende vormen van stervenszorg, hieronder een overzicht van wat wij als zorgverleners kunnen doen in de laatste levensfase.
------- /storage/app/media/uploaded-files/ *1. Er zijn (palliatieve zorg ouderen delft) Zonder enige twijfel is het belangrijkste wat een zorgverleners voor de patient die gaat sterven en zijn naasten kan doen is er simpelweg zijn. "Wat heeft de patient nodig? Wat heeft de naaste nodig?" Vaak is dat al het geven van goede informatie over wat er gaat gebeuren: van alle mensen die als naasten rond een sterfbed zitten, heeft bijna de helft nog nooit een stervensproces gezien
Als arts die onderdeel van een palliatief team uitmaakt, geef ik (uiteraard nadat ik de behoefte heb uitgevraagd) vaak uitleg over symptomen die kunnen optreden. Ik vermeld bij voorbeeld de volgende zaken: Sufheid - thuisverpleging oudenaarde: Patienten die gaan sterven zijn vaak suf of verminderd aanspreekbaar (in 75% van de gevallen op de laatste dag van het leven)
Veranderingen in het gelaat: Patienten krijgen vaak een verandering van het gelaat: het kan 'invallen', de neus wordt spitser, de kleur verandert. Huidveranderingen Er kunnen witte, of blauwpaarse verkleuringen van de ledematen ontstaan. Later ziet men deze ook op de romp. Ze ontstaan door een verslechtering van de bloedcirculatie. Reutelen Een veelvoorkomend symptoom dat ontstaat door de afname van reflexen, met name de hoest- en slikreflex.
Behandeling is niet nodig (en soms zelfs schadelijk, bijvoorbeeld bij het uitzuigen). Er lopen onderzoeken naar de effectiviteit van medicatie zoals scopalamine, buscopan of atropinedruppels. Soms helpt een wisselligging, maar dit is wel weer belastend voor een patient. --------- *2. de mantel palliatieve zorg. *Symptoombestrijding: Bij sterven kunnen symptomen optreden. Sommige symptomen zoals reutelen of ademstops, behoeven geen behandelingen
Bij pijn en benauwdheid in de terminale fase is het medicijn van keuze zonder meer morfine. Morfine is een krachtig middel om pijn en benauwdheid te bestrijden en de toepassing ervan is onomstreden. Veelal zal bij patienten die geen onderhoudsdosering morfine gebruikten, gekozen worden voor 2,5 - 5 mg subcutaan (onder de huid) zo nodig.
Mocht blijken dat dat geen effect heeft, dan kan de dosering verhoogd worden of kan er gestart worden met een continue dosering in de vorm van een morfinepompje. palliatieve zorg turnhout. Het is onwenselijk om deze ophoging in maat en getal vast te leggen, men spreekt binnen de protocollering dan ook van een 'proportionele dosis'
Veelal wordt gekozen voor een morfinepompje (via infuusnaaldje of een subcutaan naaldje) met een onderhoudsdosering per 24 uur, zodat de patient niet steeds prikjes hoeft te krijgen en de spiegel in het bloed stabiel is. De zorg voor een stervende patient en het toedienen van morfine tegen benauwdheid is geen wet van Meden en Perzen.
De absolute voorwaarde is dat er een proportionele dosering wordt toegediend, dus net zo veel morfine dat de benauwdheid effectief bestreden is. Het precies doseren is nauwelijks nog 'geneeskunde' te noemen, degene die doseert, doet dat volgens de regels van 'geneeskunst', regels die niet te vervatten zijn in een protocol, maar een resultante van medische kennis, klinische ervaring, intuitie, mensenkennis en normbesef.
Morfine wordt toegediend met geen ander doel dan het bestrijden van de benauwdheid (taken palliatieve zorg). Morfine wordt niet toegediend om de dood te bespoedigen. Een disproportioneel hoge dosis (overdosering) is niet toegestaan: het sedeert slecht en leidt tot vervelende bijwerkingen als onrust en hallucinaties en een patient kan door een ademhalingsdepressie overlijden
-------- 3. Palliatieve sedatie. Continue palliatieve sedatie Mocht de morfine de benauwdheid niet voldoende bestrijden of mocht de dosering te hoog worden waardoor bijwerkingen van de morfine op treden (onrust, hallucinaties), dan wordt de klacht getypeerd als 'refractair'. Bij deze situatie kan een arts er in overleg met patient of zijn familie voor kiezen om palliatieve sedatie te starten.
Hierbij is de mate van bewustzijnsverlaging niet belangrijk, het gaat erom dat zijn klacht goed bestreden wordt, dat er sprake is van een 'comfortabele' situatie (palliatieve zorg ouderen westland). Dit is normaal medisch handelen, waarbij het handelen scherp geprotocolleerd is in de richtlijn Palliatieve sedatie van de KNMG die in 2005 werd opgesteld en in 2009 werd geactualiseerd
Het is inderdaad zo dat bij een patient het bewustzijn verlaagd wordt, waardoor hij het laatste stuk van zijn ziekte niet meer bewust meemaakt. De handeling bespoedigt de dood niet - palliatieve zorg netwerk. Toediening van voeding, vocht en andere medicatie worden in de regel gestopt, met uitzondering van medicatie die gericht is op klachten, zoals bijvoorbeeld haldol
Behalve het bestaan van een refractaire klacht is het van belang dat goed overleg plaatsvindt tussen arts en de patient of zijn familie. Uiteraard moet de arts er van overtuigd zijn dat de patient terminaal is (de levensverwachting moet < 2 weken zijn). Palliatieve sedatie is een recht waar patienten om kunnen vragen.
Er is geen meldingsplicht. "Bij palliatieve sedatie wordt gestorven, niet gedood." Meer informatie over palliatieve sedatie: hier Wilt u meer weten over palliatieve sedatie en de nieuwe richtlijn, dan kan u op dinsdag 28 september de webinar over palliatieve sedatie volgen. Meer informatie en inschrijving: hier. /storage/app/media/ Acute palliatieve sedatie.
Bij patienten die acuut dreigen te overlijden door bijvoorbeeld verstikking, een massale bloeding of acute inklemmingsverschijnselen door een bloeding of tumor in het hoofd, is het artsen toegestaan patienten direct met een hogere dan gebruikelijke dosering in slaap te brengen. kinder palliatieve zorg. Er kan dan 15-20 mg dormicum in een bolus gegeven worden
Vaak zijn artsen bij een dergelijke traumatische gebeurtenis te laat; patienten zijn vaak snel overleden. Het allerbelangrijkse bij deze gebeurtenissen is dat een patient nimmer alleen gelaten wordt. In de nieuwe richtlijn palliatieve sedatie zal meer aandacht voor de specifieke vorm van sedatie in de laatste levensfase zijn. Bij intermitterende sedatie wordt gekozen worden voor het aansluiten voor sederende medicatie gedurende een bepaalde tijd, vaak de nacht.
-------- 3. Euthanasie en hulp bij zelfdoding Voor euthanasie kan gekozen worden als patient uitzichtsloos lijdt, er geen behandelingen meer zijn om dit lijden te verminderen, patient wilsbekwaam is en een tweede arts geraadpleegd is. marc desmet palliatieve zorg. Er moet een vrijwillig en weloverwogen verzoek zijn. Levensverwachting speelt hierbij geen rol De procedure rond euthanasie is wettelijk vastgelegd
De casus wordt gemeld en later beoordeeld door een toetsingscommissie om te kijken of er zorgvuldig gehandeld is. Bij euthanasie dient de arts via een infuusnaald sederende medicatie en spierverslappers (barbituraten) toe, waaraan de patient in korte tijd zal overlijden. Euthanasie is bijzonder medisch handelen. Een arts is niet verplicht om de procedure uit te voeren en de behandeling is daarmee in moreel opzicht ook geen 'recht'.
Hierbij drinkt de patient zelf een drankje op, waarna deze overlijdt. Euthanasie mag alleen toegepast worden als er sprake is van ondraaglijk lijden. Bij voltooid leven is er een doodwens van patienten die niet lijden aan een ernstige lichamelijke of psychische ziekte (corticosteroiden palliatieve zorg). In de wetgeving is geen ruimte om hierbij een euthanasieprocedure te starten
Lees hier meer over euthanasie ----------- /storage/app/media/uploaded-files/ 4. Stoppen met eten en drinken Veel minder bekend is de mogelijkheid die patienten hebben om te stoppen met eten en drinken. Recent verscheen een artikel over een patient die deze weg gekozen had in de Provinciaalse Zeeuwse Courant, zie link. Het bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen is een keuze die iedereen zelf kan en mag maken.
Het is een besluit van de patiënt (zzp palliatieve zorg). Maar het besluit is wel ingrijpend, voor zowel de patiënt zelf, als voor zijn naasten en vraagt daarom om goede samenwerking en zorgvuldige communicatie tussen hulpverleners, patiënt en naasten, die in dit proces vaak een intensieve rol vervullen. Het is belangrijk dat de zorgverlener in een gesprek de precieze hulpvraag uitvraagt: is het doodsverlangen duurzaam of spelen er andere problemen zoals een depressie of angst? En wil hij bewust stoppen met eten en drinken? Dan treft de arts voorbereidingen voor adequate begeleiding en zorg tijdens het proces
Zorgverleners zullen symptoombestrijding toepassen als de klachten (bijv benauwdheid of pijn) toenemen en bij refractaire klachten zal er gestart worden met palliatieve sedatie. Lees hier meer over 'afzien van eten of drinken' ------- Concluderend is de zorgverlening rond het stervensproces gericht op kwaliteit van leven en sterven. Hierbij kan verminderen van symptomen door medicatie of palliatieve sedatie een belangrijke rol vervullen.
Tenslotte kunnen patienten er ook voor kiezen om af te zien van eten of drinken - nascholing palliatieve zorg. Hierbij zal de zorgverlener de patient ondersteunen en op indicatie symptoombestrijding of bij refractaire klachten palliatieve sedatie toepassen. Thuisverpleging Heusden. dinsdag 26 september 2023
Interdisciplinair wil zeggen dat de verschillende disciplines een gezamenlijk doel formuleren en een gemeenschappelijke taal hanteren. De disciplines werken samen in plaats van parallel aan elkaar. In figuur 1 wordt een schematische weergave gegeven van de interdisciplinaire benadering bij mensen met COPD [Maddocks 2017]. Figuur 1. Interdisciplinaire benadering bij palliatieve zorg [Maddocks 2017].
Bij mensen met COPD betreft het vooral huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde, longartsen, klinisch geriaters, verpleegkundig specialisten, (long)verpleegkundigen en verzorgenden (zie module ‘Organisatie van zorg’). In een enquête onder 256 longartsen (in opleiding) in Nederland gaf 55% aan de palliatieve zorg voor opgenomen mensen met COPD voor zijn/haar eigen rekening te willen nemen [Duenk 2017b].
Hoewel het literatuuronderzoek geen eenduidige conclusies oplevert over het effect van palliatieve zorg op kwaliteit van leven en symptomen bij mensen met COPD, is de werkgroep van mening dat palliatieve zorg tijdig moet worden ingezet bij mensen met gevorderde COPD. palliatieve zorg meer dan stervensbegeleiding. De werkgroep is van mening dat het belangrijk is om regelmatig (ten minste jaarlijks en zo nodig vaker, als de situatie daar aanleiding toe geeft) een gesprek te voeren om (het begrip van) de situatie, de (gezondheids)vaardigheden en de wensen van de patiënt en diens naasten te evalueren
De zorgverlener is in staat om bij klachten of problemen te onderkennen of alledaagse aandacht voldoet en wanneer er behoefte bestaat aan begeleiding, behandeling of een crisisinterventie [IKNL/Palliactief 2017]. De naasten en mantelzorgers spelen een sleutelrol in het bieden van ondersteuning en zorg aan de patiënt. Een goede samenwerking tussen zorgverleners en mantelzorgers is essentieel.
Bij COPD is er – anders dan meestal bij de ziekte kanker – geen scherpe scheiding te maken in de overgang naar de palliatieve fase. palliatieve zorg quotes. COPD is een ongeneeslijke en potentieel levensbedreigende ziekte. Het is onzeker of en vooral wanneer de patiënt aan de ziekte zal overlijden. Gedurende vrijwel het hele ziektetraject worden de symptomen (vooral dyspneu, vermoeidheid en in mindere mate hoesten) het beste verlicht door middel van ziektegerichte behandeling met medicatie (meestal bronchusverwijders en (vooral bij longaanvallen) eventueel corticosteroïden), zuurstoftherapie indien geïndiceerd, niet-invasieve beademing indien geïndiceerd en longrevalidatie
In de stervensfase verschuift de focus van kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven (zie Richtlijn ‘Zorg in de stervensfase’ [IKNL 2010]). De ziektegerichte behandeling wordt meestal tot kort voor het overlijden voortgezet. De mate van ziektegerichte behandeling neemt af naarmate het overlijden nadert en de palliatieve zorg neemt toe (zie figuur 2).
Figuur 2. Ziektegerichte behandeling en palliatieve zorg bij COPD [Harrington 2017] - vrijwilligerswerk palliatieve zorg. Er is toenemende aandacht voor palliatieve zorg bij mensen met COPD [Fusi-Schmidhauser 2018, Hardin 2008, Harrington 2017, Lal 2014, Landers 2017, Lilly 2016, Maddocks 2017, Murray 2006, Seamark 2007, Sorathia 2019, Vermylen 2017]. Dit heeft geleid tot een verandering van focus bij mensen met gevorderde COPD met meer en vroeger in het ziektebeloop aandacht voor longrevalidatie, kwaliteit van leven, symptoombestrijding, communicatie en ACP
Het moeilijk kunnen voorspellen van het ziekteverloop en de levensverwachting (zie paragraaf ‘Prognostische factoren bij COPD en markering van de palliatieve fase’ in deze module). Andere factoren die bijdragen aan het (te) laat inzetten van palliatieve zorg zijn [Stuurgroep Passende zorg in de laatste levensfase 2015]: ‘niet opgeven’ als basishouding doen is beter dan laten; opleidingen en richtlijnen zijn gericht op doen ziekte- i.p.v.
Navigation
Latest Posts
Comfort Palliatieve Zorg
Palliatieve Zorg Genk
Palliatieve Zorg Kanker